Het was zoeken geblazen in de tweede helft van de eerste etappe van Dakar 2022. Zelfs de grootste namen bij de motoren hadden de grootst mogelijke moeite om het juiste spoor te vinden. De grootste profiteur van alle hectiek was Daniel Sanders, die na de proloog ook de eerste etappe van de wedstrijd op zijn naam schreef. Na 334 kilometer was de Australiër drie minuten rapper dan Pablo Quintanilla. Matthias Walkner stond namens KTM op het podium met een achterstand van elf minuten.
Adrien van Beveren deed het ook vrij aardig met de vierde plek op twaalf minuten achterstand. Daarachter eindigde Dakar-debutant Mason Klein op de vijfde plaats. De 20-jarige Amerikaan rijdt zijn eerste Dakar met het team van Bart van der Velden, BAS Dakar. De coureur lag op een gegeven moment even op de derde plaats, maar verloor in de slotfase nog wat tijd waardoor hij vijfde werd. Hij eindigde daarmee wel voor Sam Sunderland, Lorenzo Santolino en Xavier de Soultrait.
Voormalig MotoGP-coureur Danilo Petrucci deed ook van zich spreken tijdens zijn eerste lange klassementsproef. De Italiaan eindigde als dertiende en profiteerde optimaal van de problemen die de toprijders hadden gedurende de proef. Het rijtje verliezers was namelijk groot aan het eind van de tweede dag: Kevin Benavides verloor 36 minuten, Joan Barreda gaf 41 minuten prijs en Toby Price kwam op 47 minuten aan de meet. Op precies een uur achterstand eindigde Ricky Brabec van het Honda-fabrieksteam als 35ste. Daarmee zijn de kaarten in het klassement bij de motoren meteen geschud.
Wiljan van Wikselaar maakte ook een prima dag mee. De Nederlandse debutant kwam op de 58ste plaats aan de finish. Mirjam Pol gaf iets meer tijd toe en finishte op de 62ste plaats. Bram van der Wouden kwam al vroeg op de dag tussen de auto’s terecht en zat ruim vier uur langer op de motor dan de snelste mannen. De kistrijder eindigde op de 134ste plaats.
Foto: Red Bull