Olaf Harmsen geniet van zachte duinen
Net voordat de avond viel was Olaf Harmsen in het bivak van Wadi Ad-Dawasir, na 457 km hard werken in de tweede etappe van de Dakar 2021. Met 7 uur en 37 minuten op de motor was het een volledige werkdag voor de 45-jarige Bosschenaar. “Het was een lastige, zware, maar heel mooie dag”, vond Harmsen.
Wat het lastig en zwaar maakte, én heel mooi, waren de poederzachte en soms kneiterhoge duinen. “Onvoorspelbaar, dat waren ze. Gelukkig had ik vrij snel in de gaten dat als er geen waypoint pal achter een duin ligt, je er ook omheen kunt. Dus ik heb er stiekem wel een paar overgeslagen… Maar geen waypoint gemist, dus dan mag het.”
Dat scheelde Harmsen toch wat energie en dat is belangrijk. Dat hield hij ook de hele dag in het voorhoofd. “Ik ben bewust krachten aan het sparen voor wat nog komen gaat. Ik rij een stuk rustiger dan vorig jaar. Laat ze maar voorbij komen, ik laat me er niet door opjagen. Ik rijd mijn eigen tempo en misschien nog wel iets eronder. Daar voel ik me goed bij.”
Voor het donker binnen zijn, betekent ook gebruik maken van de schaarse tijd. “Douchen, masseren, eten, mijn spullen klaarmaken voor morgen en slapen.” Natuurlijk speelt daarin ook mee dat Harmsen vorig jaar op de derde dag uitviel na een forse crash, waar hij nog maanden last van heeft gehad. De dag van morgen staat dan ook omcirkeld in het boekje dat Harmsen maakte met aantekeningen over de etappes, de lengtes en de starttijden. De lus van 403 km in de buurt van Wadi Ad-Dawasir kent opnieuw zand, gravel en een paar duinenpartijtjes.
