Maik Willems heeft nu wel even genoeg duinen gezien

Gepubliceerd op: 10-01-2018 04:25

Ja, oké. Hij wilde graag een Dakar Rally met zand en duinen. Maar na de vierde etappe vindt Maik Willems het eigenlijk wel weer even welletjes. “Een hele week biefstuk gaat ook vervelen. Dan wil je ook wel weer eens iets anders, toch?”

In de 330 kilometer van de vierde etappe kwam er geen eind aan. Het begin van de proef was weliswaar een snel stuk, maar daarna begon het: duinen, duinen, duinen. “Ik heb nog nooit zoveel duinen meegemaakt in de Dakar, laat staan op één dag. En zo was het al de vierde dag. Zelfs toen we uit de duinen kwamen en dachten dat het voorbij was, kwam er nóg een portie duinen. En daarna nog een lading feshfesh. Ik dacht dat het wel eens minder zou worden, maar het houdt niet op.”

En dan nog: je hebt duinen en duinen. Grote en kleintjes, heel zachte of wat hardere, rode, gele, grijze, witte, steile of glooiende. “Dit waren heel zachte, zware en hoge duinen. Je moest heel goed kijken en even uitrekenen wat voor aanloop je moest nemen, waar je een bocht moest maken, hoe je er het beste overheen kon”, vertelt Willems in het bivak in San Juan de Marcona. “Wat het extra gecompliceerd maakte, was dat het witte duinen waren en dat de zon hoog stond. Je ziet geen contrast dan. Er zijn geen schaduwen, dus je moet heel ingespannen kijken of je niet per ongeluk een randje of een richeltje over het hoofd ziet. Dat is best moeilijk. Bovendien stond er een stevig windje, waardoor er voortdurend een soort mist van zand hing. Alsof je achter vijf trucks reed. Je had nooit goed zicht.”

Willems en zijn navigator Rob van Pelt haalden opgelucht adem toen de duinen achter hen lagen en ze aan het laatste stuk van de etappe konden beginnen. Maar ze hadden zich verkeken op het feshfesh wat er nog kwam. Het cementachtige poederzand was verraderlijk diep doordat er een heleboel auto’s en trucks overheen waren geweest die alles hadden losgewoeld. “Daarom is het zoveel fijner om wat verder naar voren te rijden. Dat is ook wat we de laatste jaren een beetje gewend waren geraakt, dus we zijn er in gestonken. Tot de knieën in het feshfesh, zo diep was het. En dan raak je ook alles kwijt. Een rijplaatje vind je nooit meer terug. Het was een bende.”

Daardoor kostte het ook nogal tijd om er doorheen te geraken, wat Willems de 41ste tijd opleverde. In het klassement kwam hij op plaats 37 te staan. “Dit was zo’n dag waarvan je denkt ‘het was niet geweldig’, maar de ellende van anderen zie je niet. Uiteindelijk blijkt het dan toch allemaal wel weer mee te vallen. We zijn onderweg ook heel weinig anderen tegengekomen. Het grootste deel van de dag hebben we alleen gereden. Als je er dan een paar uur later op terugkijkt, was het toch wel een bijzondere en mooie dag.”

In de vijfde etappe wacht Willems en Van Pelt nog wat meer zand, al is de verwachting dat het niet zo’n heel moeilijke dag zal worden. Na de proef van 268 kilometer wacht de deelnemers immers nog een verbinding van bijna 600 kilometer.

 

 

Vorige bericht

Klein probleem werpt Van Genugten ver terug

Voor zijn doen ongewoon laat – in het donker – kwam Ton van Genugten over de finish van de vierde etappe van de Dakar Rally, op 2 uur en 47 minuten achterstand. Het oponthoud werd veroorzaakt door iets kleins: een versnellingspook die niet deed wat ie moest doen. In de 330 kilometer lange proef van en naar San Juan de Marcona, vol met tricky duinen en snelle pistes, was dat een regelrechte handicap. Terwijl Team De Rooy Iveco-teamgenoot Federico Villagra uitstekend stand hield in de top van de truckrace – de Argentijn noteerde de tweede tijd op 28 minuten van Eduard Nikolaev en behield daarmee ook zijn tweede plaats in het klassement, terwijl zijn marge op nummer 3 opliep naar bijna twee uur – stond Van Genugten te tobben. Aan het rijden lag het niet. Waar veel andere trucks zich vast reden in het zand of op hun kop belandden, daar reed Van Genugten gewoon lekker door. “Het was een mooie special, met veel variatie. We gingen er vol gas doorheen, totdat het bedieningsmechanisme van de versnellingsbak me in de steek liet. Als je niet kunt schakelen, kun je niks meer.” Monteur Bernard der Kinderen kreeg het zover voor elkaar dat Van Genugten de beschikking over de tweeden en vierde versnelling en de terug-uit had. Dat maakte het zeker in de duinen lastig rijden, maar het ging. “Je moet ver vooruit kijken en goed anticiperen op wat komen gaat. Dat was ook wel weer leuk eigenlijk, maar het schoot niet erg op.” Een geluk bij een ongeluk was dat in de proef voor de verandering een servicepunt was opgenomen, waar het was toegestaan assistentie te geven. In alle andere gevallen komt dat te staan op diskwalificatie, maar nu mocht het, zij het uitsluitend op een daarvoor aangewezen punt bij een controlepost. Uiteraard was de service van Team De Rooy daar aanwezig. “Een kleine 30 kilometer voor dat punt ging het weer steeds minder. In plaats van naar de CP te rijden, ben ik eerst naar de service gegaan. Er is een man of vier onder de truck gedoken en die hadden het vrij snel opgelost. Pas toen ben ik naar de CP gereden en hebben we de laatste 70 kilometer plankgas gereden.” Dat hij na vier dagen al tegen een achterstand van vier en een half uur aankijkt, en zakte naar de elfde plaats, had Van Genugten niet bedacht. “De verschillen zijn in die paar dagen al heel groot, maar er gebeurt ook ontzettend veel. Eén foutje en je bent zo een paar uur kwijt. Dat is gezien de ontwikkelingen van de afgelopen jaren best uitzonderlijk, maar ook wel weer mooi. Het is moeilijk, het is zwaar, we hebben elke dag al zand en duinen gehad en daardoor zijn de verschillen groot. Eigenlijk móet een Dakar zo zijn.” In dat licht bezien is er nog niks verloren voor Van Genugten. Hij staat nu weliswaar elfde, maar het verschil met nummer 7 is maar een half uur. De Rooy Iveco-teamgenoot Artur Ardavichus bezet de tiende plaats.    
 
Lees verder