Lieverdink onder de indruk van eerste Dakar-etappe

Gepubliceerd op: 08-01-2019 00:24

Wachten is niet de sterkste kant van Gerben Lieverdink. De vier dagen in Lima voorafgaand aan de start van de Dakar Rally 2019 duurden de Achterhoeker veel te lang. “Je bent dan met maar één ding bezig en dat is de start. Toen ik daar eenmaal stond met mijn motor, viel alles van me af.”

In zijn ongeduld en nieuwsgierigheid had de Dakar-debutant uit Hengelo aan verschillende mensen gevraagd wat hij moest verwachten. “Die start is een groot vraagteken. Alles is nieuw voor mij, dus ik hoopte meer informatie te krijgen van mensen die al eerder de Dakar hebben gereden. Of dat slim was, weet ik niet, want ik was best gespannen. Bij de start dacht ik ‘laten we maar gaan dan, ik zie het vanzelf wel’ en toen was die spanning meteen helemaal weg.”

Lieverdink genoot van elke van de 84 kilometers die de eerste wedstrijdproef in de omgeving van Pisco lang was. “Het was van begin tot eind fantastisch”, vond hij. “Er komen zoveel indrukken op je af en het was overal zo mooi. De duinen van Peru zijn echt super: megagrote afstappen, heel diepe dalen en dan vol gas weer omhoog. Overal stonden mensen. Ik heb het erg naar mijn zin gehad.”

Lieverdink nam ook de tijd om alles in zich op te nemen en deed het rustig aan, om elk risico te vermijden. “Je moet er toch niet aan denken dat je in de eerste etappe iets stoms doet en naar huis kunt? Zeker in een rivierbedding met veel stenen heb ik heel voorzichtig gereden. Ik wilde per se niet vallen en brokken maken. Ik heb mijn eigen ding gedaan, maar tot mijn verbazing kwamen er maar weinig andere motorrijders me voorbij.”

De eerste etappe leverde Lieverdink geen problemen op. Het rijden ging goed, de navigatie eveneens. “Er stonden een heleboel sporen. Als je een beetje oplette, was het allemaal prima te doen. Dit stelde vast nog niet zoveel voor, maar ik weet nu een beetje beter wat ik kan verwachten. Daar word ik wel blij van, want de duinen zijn hier helemaal fantastisch.”

Minder blij is Lieverdink met het feit dat de motoren in de tweede etappe – 342 km richting San Juan de Marcona – bij uitzondering achter de auto’s starten. “Ik ben een beetje bang dat de duinen dan al kapotgereden zijn als wij er aankomen. Dat maakt het rijden een stuk moeilijker en zwaarder.”