Jos Smink: In Chilecito geraken was beproeving
De negende etappe ging dan niet door, in Chilecito geraken was voor de teams in de Dakar Rally al een hele beproeving. Afgelopen nacht stonden de racetrucks van Jos Smink en Aad van Velsen er al wel, maar de servicetrucks van Ginaf waren nog onderweg door de bergen. “Gelukkig hebben de trucks onderweg al onderhoud gehad, langs de kant van de weg”, vertelt Jos Smink.
Anderhalve dag zijn de deelnemers van de Dakar onderweg geweest om van het plaatsje Tilcara, op de route van Uyuni naar Salta, via allerlei kriebelige bergweggetjes (waar amper bereik van de mobiele telefoon was) in Chilecito uit te komen, waarvandaan vandaag etappe 10 start. Wegens een aardverschuiving en modderstromen was de normale weg naar Salta onbegaanbaar geworden. De alternatieve weg bleek een zandpad over een bergpas op 5000 meter hoogte te zijn, waar lang niet alle assistentietrucks overheen konden. Zo ook de aanhanger van de Ginaf Rally Service. “Daar staat het aggregaat in”, vertelt Smink. “En zonder aggregaat kunnen we geen kant op. Dus wij zijn in Tilcara gebleven om daar het onderhoud te doen.”
Vervolgens zijn gisterochtend om 8 uur (lokale tijd, dus om 12 uur Nederlandse tijd) de racetrucks, de 6×6 en teammanager Iginio Voorhorst met de 4×4-auto gaan rijden: 1000 kilometer naar Chilecito. Daar kwamen ze in de loop van de nacht verspreid aan. “Het was een beproeving om alles en iedereen hier te krijgen. Wanneer we de aanhanger weer zien: geen idee.”
Monteur Peter Nieuwenburg had weinig aan zijn verjaardag. “Hij heeft een beetje bij kunnen slapen onderweg”, grinnikte Smink. “Zo’n eind over de weg is niet leuk. Maar het is niet anders en gelukkig gaat de proef nu wel door en kunnen we weer aan de gang. De auto staat er goed bij. We hebben er zin in.”
