Na de Morocco Desert Challenge van vorige week kwamen er vanuit diverse hoeken vragen. Binnen de rallywereld zelf, maar ook daarbuiten bij bijvoorbeeld NOS en RTL. Twee sterfgevallen in twee dagen is verschrikkelijk en heftig. Wat doen organisaties nu om een rally veilig te maken voor deelnemers, maar ook voor de rest van het bivak?
Buiten alles wat een organisatie doet om alles veilig te laten verlopen, gaat er ook wel eens wat mis. Het is een snelheidssport waarbij een ongeluk fataal kan aflopen. Het behoort tot de risico’s van de sport, hoe bruut dat ook klinkt, en deelnemers accepteren dit risico.
Het voelt tegenstrijdig, maar het kan zijn dat de snelheid te hoog ligt. De eerste Dakar Rally in Saoedi-Arabië, in 2020, is daar een goed voorbeeld van. Er waren veel uitgestrekte plateau’s waar vaak op het snelheidslimiet gereden werd. Een gat of hobbel kan dan heel link zijn, zeker als deze niet als een gevaar in het roadbook staat. Dat zorgde tijdens die Dakar Rally voor een crash van motorrijder Paolo Gonçalves, waarbij hij overleed.
Motorrijders vormen sowieso een groter risico bij een valpartij. Zij zijn veel kwetsbaarder dan voertuigen met een rolkooi, maar ook daar kan de snelheid zorgen voor zware crashes. Tijdens de Morocco Desert Challenge van 2018 reed Tomas Ourednicek in een auto op topsnelheid over het strand en werd plots gelanceerd. Ook hier stond een gat of hobbel niet duidelijk in het roadbook waardoor hij hier niet voor afremde. Het resulteerde in een crash met heel veel schade, maar gelukkig geen letsel.
Het maken van een roadbook is erg moeilijk. De Dakar Rally begint met de route via (digitale) kaarten, daarna gaat een verkenningsteam kijken naar de spots die zijn gevonden en vanuit daar worden er stages uitgetekend. Het verkenningsteam gaat deze vervolgens rijden en de notes daarbij maken, zij doen dit op lage snelheid. Doorgaans zijn de roadbookmakers ervaringsdeskundigen en kunnen ze vrij goed inschatten hoe een situatie gaat zijn.
Echter, zij zijn ook gewone mensen en maken wel eens een foutje of schatten iets verkeerd in. Tijdens rally’s zijn het dan ook vaak de navigatoren die klagen over de kwaliteit van de roadbooks. Zij hebben een bepaalde verwachting over hoe situaties worden getekend. Soms kan het zo zijn dat de organisatie bewust moeilijkheden inbouwt om daar het verschil te maken, dan is het een uitdaging. Wanneer een gevaar te laag, of hoog, wordt ingeschat door de makers dan heeft dat direct effect op de rest van de rally.
Voorafgaand aan de start van de proef rijdt de organisatie de route nog een keer, om te kijken of er verschillen zijn en het roadbook aangepast moet worden. Zo kunnen er nieuwe sporen zijn, of juist verdwenen. Het maken van een roadbook is dus echt lastig, maar een slecht roadbook kan zorgen voor crashes of het gebrek aan vertrouwen bij de rijders en navigatoren.
Tijdens de Morocco Desert Challenge dit jaar was het extreem heet. Dat had twee oorzaken: het was zomer in Marokko en de temperaturen lagen gewoon hoger dan verwacht. Zo ook tijdens de Dakar Rally’s in Zuid-Amerika, bijvoorbeeld in 2016. De eerste week was het extreem nat door El Niño, de tweede week extreem heet. Soms is daarop te anticiperen, maar niet altijd.
Zo kreeg de organisatie van MDC veel commentaar dit jaar, al op de derde dag waren er deelnemers met hitteproblemen, maar alleen de laatste drie proeven werden ingekort. Voor een organisator is het heel vervelend om je proef in te korten, want je wilt iets laten zien en de deelnemers iets laten ervaren. Wellicht hadden ze dit eerder moeten doen, maar soms gebeurt dat ook te snel, volgens deelnemers.
Wanneer het te snel gebeurd dan klagen deelnemers dat een rally niet zwaar genoeg is, als het te laat gebeurd dan brengt de organisatie de deelnemers in gevaar. Maar de mening van deelnemers is wel heel erg belangrijk om bepaalde keuzes te maken. Er zit dus ook een hoop politiek in de sport. De deelnemers, maar zeker ook teambazen, kennen de sterktes en zwaktes van henzelf en het materiaal en zullen ook op basis daarvan bepaalde kritiek leveren.
Zo lijkt het bijna alsof de organisaties weinig goed doen en er altijd kritiek is, maar dat valt wel mee. Heel veel zaken zijn er gewoon goed geregeld: medische teams, helikopters, eten, drinken en nog veel meer. Het zijn de extremen die zorgen voor de uitdagingen en problemen.
Voor iedere deelnemer en andere mensen in het bivak zijn er altijd water en eten beschikbaar. Ook bij stops in de proef is er altijd iets om te drinken. Wanneer het heel warm is dan wordt er meer water uitgedeeld of soms zelfs verplicht om meer water mee te nemen. Eten en drinken nemen ze dus zeer serieus.
Tijdens bijvoorbeeld de Dakar Rally of de Africa Eco Race zijn er ook lunchpakketjes voor iedereen, met daarin een stuk fruit, drinken en wat hartige en voedzame snacks. Voor deelnemers zijn deze er ook vaak in andere rally’s, voor bijvoorbeeld de pers niet altijd en die zouden dat graag meer zien.
Is het dan altijd lekker? Nee, maar dat is het thuis ook niet. Ze proberen ook regelmatig de cultuur te adopteren in het eten, maar ook genoeg voedzame items op het menu te zetten. Mocht het nu echt niet lekker zijn, meestal is er wel ergens een team dat eigen catering mee heeft of zelfs de barbecue aansteekt.
De artsen in de rally zijn gewoon goed. Ze weten echt waar ze het over hebben en kunnen snel en accuraat handelen, wanneer dat nodig is. Zowel de artsen in de helikopters als in het bivak. Zij kunnen ter plekke moeilijke diagnoses stellen en nauwkeurige zorg verlenen, daarnaast hebben organisaties goed contact met ziekenhuizen in de regio van de rally.
Ook de medici in de rally worden steeds strenger, net als in andere sporten. Bij de Dakar Rally wordt na een val altijd de rijder goed onderzocht en in de ogen gekeken. Kijkt hij of zij niet goed uit de ogen, dan moet diegene wachten of opgeven. Zij willen dus zo min mogelijk risico nemen met een deelnemer en dat is goed. Daarnaast waarschuwen ze ook pro-actief, wanneer er een virus in het bivak rondgaat of het kouder wordt of juist warmer, ze adviseren iedereen in het bivak.
De topteams hebben soms ook eigen artsen en fysio’s mee. Dit puur voor de zekerheid dat deze beschikbaar is wanneer zij willen en soms zijn zij ook in het voortraject van de rally al betrokken bij de teams. Ze kennen de mensen en hun lichaam en hebben eventuele behandelplannen al voorbereid.
Iedere rally wordt steeds moderner. In het WK wordt gereden met een elektronisch roadbook, een tablet met daarop de notes. Deze kunnen, indien nodig, realtime worden bijgewerkt. Maar er zijn ook allerlei sensoren en veiligheidssystemen, zo wordt automatisch de wedstrijdleiding gebeld bij een zware crash, wanneer er niet snel genoeg wordt gereageerd is de helikopter al onderweg.
Tijdens proeven zijn er altijd snelheidsverschillen, de snelste auto rijdt sneller dan een langzame motor. Alle voertuigen hebben systemen aan boord waardoor de snelle auto weet dat er een trage motor voor rijdt en de motor weet dat er een snelle auto achter zit. Ook bij problemen wordt er een signaal gegeven dat iemand stil staat, dat gaat bijna altijd goed.
Eigenlijk is de sport heel veilig, maar… het is motorsport, de extremen worden opgezocht en er zijn mensen bij betrokken. Aan iedere sport kleven risico’s, een voetballer kan zijn been breken, een paardrijder kan vallen, ga zo maar door. De rallysport brengt gevaren met zich mee en die horen er ook bij. Organisaties doen er alles aan om zoveel mogelijk veilig te laten verlopen, soms reageren zij te laat of acteren ze te snel. Ze kunnen het niet altijd voor iedereen goed doen.
Of alle rally’s op de kalender op het goede moment staan, daar gaan wij onze vingers niet aan branden. Op Dakar in januari in Bolivia was veel commentaar, want dan is het regenseizoen. Een rally in Marokko in de zomer, dat kan goed gaan, maar als het daar warm is dan is het meteen extreem heet. Zelfs de Russische Baja in de sneeuw is weleens op gravel verreden doordat er bijna geen sneeuw meer lag. De natuurelementen zorgen voor uitdaging, zolang deze maar verdraagzaam zijn voor mens en machine.