De zesde etappe zit erop, morgen is de rustdag in Ha’il en dus mag Olaf Harmsen de eerste week van de Dakar 2021 afvinken. “Dat is echt een heel lekker gevoel”, vindt de motorrijder uit Den Bosch. De tot 348 km ingekorte wedstrijdproef was niet gemakkelijk, maar Harmsen ondervond weinig problemen.
Harmsen was te spreken over de etappe. “Alweer een mooie dag, met veel duinen, waaronder een paar die best pittig waren, en veel zandpaden. En hier en daar toch een steentje…” Niet eerder in de Dakar hadden de rijders duinen van niveau 3 gehad – de zwaarste categorie.
In het begin van de etappe ging het niet vanzelf. Harmsen voelde weinig vertrouwen en zat niet goed in zijn ritme. Dat kwam pas na 20 km, toen de Spaanse rijder Rachid Al-Lal Lahadil voorbij kwam, met wie Harmsen een trainingsweek volgde bij voormalig KTM-fabrieksrijder Jordi Viladoms. “Ik ben aangehaakt bij Rachid en dat was heel fijn. Die rijdt in de duinen wel zo goed. Constant goed aan het navigeren ook. Daar heb ik mazzel mee gehad. We reden in een groep van vijf, wat best veel is, waarvan we uiteindelijk met z’n drieën overbleven.”
Vermoeide handen was het enige waar Harmsen af en toe last van had gehad, vooral in de duinen. “Op de rechte stukken op de zandpaden kun je die dan wat laten rusten.” De pijn in zijn handen is waarschijnlijk nog een erfenis van de eerste etappe. “Dat was de slechtste dag van de eerste week, wat mij betreft, met al die stenen. Verder ben ik heel tevreden over de eerste week. Ik heb steeds meer vertrouwen gekregen. Vroeger betekende dat dat ik te hard ging rijden, maar die verleiding kan ik nu goed weerstaan. Ik hou me aan mijn eigen tempo.”
Dit jaar mogen de deelnemers het bivak niet af op de rustdag, dus een nachtje in een hotel zit er niet in. “Maar we worden hier ook prima verzorgd”, verwacht Harmsen. “Ik zag een beetje op tegen de rustdag, omdat ik dacht dat het ritme verstoord zou worden, maar nu ben ik wel erg met een keer uitslapen en een dag rust.”