Petronas Team De Rooy Iveco kende wat tegenslag in de eerste week van de Dakar Rally 2020, maar er zijn nog volop kansen dat Janus van Kasteren voor het podium kan gaan en dus is Gerard de Rooy tevreden.
De grootste tegenslagen waren er voor Vick Versteijnen. Het was de bedoeling dat hij samen met Van Kasteren voor een topklassering zou gaan, maar al op de eerste dag van de rally reed Versteijnen met de Iveco Powerstar tegen een groot rotsblok. Ook op de tweede dag ging er van alles mis en op dag 4 haalde hij de door een kapotte naaf de start van de etappe niet. Versteijnen ligt daardoor uit koers, maar mag nog wel van start in de etappes.
“Vick heeft echt enorme pech gehad”, zegt De Rooy. “Maar dat is de Dakar: er kan elke dag iets gebeuren en als je pech hebt, kost je dat je rally. Hij heeft ook al laten zien dat hij echt wel voorin meekan. In de Experience-klasse telt het weliswaar niet mee voor het klassement, maar kan hij meer ervaring opdoen en ook nog van grote waarde blijken voor Janus.” Datzelfde geldt voor Michiel Becx en Albert Llovera, die een degelijke rally rijden, vindt De Rooy
Ook bij Van Kasteren ging best wel wat mis. Lekke banden kostten hem op de tweede dag 40 minuten, een gebroken schokbreker op de vijfde dag kostte ook tijd. “Janus rijdt sterk”, vindt De Rooy. “Zeker als je bedenkt dat het de eerste Dakar is met de Iveco Powerstar. Daar moet je mee leren rijden. Hij doet het erg goed, maar kan de concurrentie, met name Kamaz, nog net niet bijhouden. Het scheelt steeds een kwartier, twintig minuten, maar hij boekt dagelijks progressie. Het podium is zeker nog niet uit beeld.”
De Rooy weet uit ervaring hoe moeilijk het is. Het valt hem niet zwaar om vanaf de zijlijn toe te kijken, maar langs het parcours voelt hij het wel kriebelen. “Saoedi-Arabië valt tot nu alles mee. De wegen zijn goed, internet is goed, de mensen zijn aardig en behulpzaam. Iedereen die ik erover spreek is enthousiast. De rally is tot nu ook uitstekend. De afwisseling is goed. Het is een mooie mix van stenen, WRC-pistes, zand en duinen. Dat vind ik wel belangrijk. Het zand, de duinen: dat blijft trekken. Ik ga ervan uit dat ik er volgend jaar weer bij ben.”