Martin van den Brink (foto) snoepte in de laatste etappe van de Morocco Desert Challenge nog drie minuten van de voorsprong van Ales Loprais af, maar dat was niet genoeg om het de Tsjech nog moeilijk te maken. Voor Loprais is de overwinning in de MDC zijn eerste succes sinds de tweede plaats in de OiLibya Rally in 2015. Voor Paul Verheyden was het de eerste keer in zijn rallycarrière die toch al meer dan 20 jaar bestrijkt dat hij op het podium eindigde, zij het op het nippertje. Janus van Kasteren jr schreef zijn derde etappezege van de rally bij.
Ales Loprais: “In de laatste etappe was het zaak om niet te veel tijd te verliezen. Van den Brink probeerde te pushen, maar daar trap ik niet in. Het was een pittige race, op alle fronten. Niet alleen de strijd met Van den Brink, maar ook de navigatie, de routes, de variatie. Ik ben aangenaam verrast door het niveau van de Morocco Desert Challenge. Dat de wedstrijd zo’n hoog niveau heeft, geeft deze overwinning alleen maar meer glans. Het was geen eenvoudige, maar wel een verdiende winst.”
Martin van den Brink: “We zijn even een klein stukje verkeerd gereden en toen kwam Janus langs. Het is wel lekker om in zo’n laatste etappe met twee Renaults voor die Tatra te finishen. Het is toch ook een psychologisch spelletje.
Deze rally was bedoeld om te testen en om plezier te hebben en dat is beide gelukt. We hebben de winst in het begin van de week laten liggen door materiaalpech, en doordat we in de duinen vast hebben gezeten, kon Loprais uitlopen. Het is een mooie strijd geweest. We zijn wel aan elkaar gewaagd. Dat blijkt ook wel met een verschil van slechts 23 minuten. Met twee dagzeges voor mij en drie voor Janus hebben we ons als team ook goed laten zien. In de Dakar van 2019 kan Janus ook voor eigen kansen rijden en kijken we wel hoe het zich ontwikkelt en wie er het beste voor staat.”
Paul Verheyden: “Het was nog spannend in de laatste rit. We hebben wat problemen met het vermogen. In zo’n snelle proef – wat toch al niet mijn terrein is – is dat moeilijk. We kwamen niet boven de 130 kilometer uit. Tomas Vratny was veel sneller dan wij. We hadden 20 minuten marge; dat is niet veel. Gelukkig kon Frank Tilburgs tot 150 kilometer in de etappe voor Vratny blijven en hem een beetje ophouden. Dat gaf wat extra spanning in de cabine; we zaten steeds te rekenen.
Ik ben heel blij dat we het hebben gehaald. Vooraf was het niet reëel om te vermoeden dat we voor het podium zouden kunnen meedoen, met zoveel geweld aan de start. Maar we lagen toch al rap op de derde plaats en we hebben er alles aan gedaan om die plaats te behouden. Dat brengt wel een andere dimensie met zich mee. Ik heb nog nooit voor een podiumplaats moeten rijden, maar het was wel heel leuk om het eens mee te maken.”