Na een lastig openingsweekend van de Dakar Rally heeft de tweede klassementsproef voor iets minder grote verrassingen gezorgd bij de teams gesteund door Eurol. Nasser Al-Attiyah eindigde op de tweede plaats terwijl de andere rijders beter in hun ritme kwamen.
Al-Attiyah mocht de proef openen nadat hij op zondag overtuigend de overwinning pakte. Na een loodzware proef was de etappe van maandag iets beter te doen met lange duinpassages en enkele snelle paden. De snelheid van de Toyota Hilux T1+ kon daar volop gebruikt worden. Al-Attiyah was wederom snel, maar moest een van zijn rivalen voor laten gaan. Hij nam genoegen met de tweede plaats, in het algemeen klassement gaat hij nog steeds aan de leiding.
Na een moeilijke opening van de rally stond ook Henk Lategan er weer beter voor. Hij eindigde op de zevende plaats in de tweede etappe, ondanks dat hij in de middenmoot moest starten. Lategan eindigde net voor landgenoot Giniel de Villiers. De routinier kende opnieuw een goede dag en klom in het klassement nog een plekje naar de vierde plaats. Shameer Variawa eindigde op de 28ste plaats met een achterstand van 33 minuten.
Na een lastige eerste etappe slaagde ook Bernhard ten Brinke erin om zich te herpakken. Hij eindigde op de tiende plaats en was tevreden: “Het was een hele snelle etappe met veel zand en duinen, er zaten niet veel stenen in. Het was erg snel, maar dit was onze kans om te pushen en dat hebben we ook gedaan. We hebben Mattias Ekström gevolgd, zijn tempo was vergelijkbaar met dat van ons. Het ging heel goed, ik ben tevreden na wat we gisteren meegemaakt hebben.”
Martin van den Brink was de snelste van de trucks die voor Eurol rijden. De kopman van Mammoet Rallysport eindigde op de negende plaats na een lange dag. Zijn zoon Mitchel van den Brink verloor vroeg in de proef wat tijd, maar was voor het vallen van de avond binnen en eindigde alsnog in de top-twintig.
Gert Huzink had zondag pech, maar herpakte zich in de etappe naar Al Artawiyah. Hij eindigde op de dertiende plaats terwijl snelle assistentie Pascal de Baar twee plekken daarachter als vijftiende eindigde.