Algerijnen stelen de show op eerste dag Tuareg Rally

Gepubliceerd op: 17-03-2019 20:09

Bij de motoren was het nog net geen machtsgreep, maar bij de auto’s waren het Algerijnen die de eerste dag van de Tuareg Rally domineerden, met Lofti Ben Mansour als de eerste Algerijnse winnaar van de eerste Algerijnse etappe. Een groepje van drie motorrijders lag ver voor de anderen en zij bepaalden het podium van de eerste etappe in de duinen van de Grande Erg Occidental: Thorsten Kaiser, Dominique Robin en Abdelkader Mebarki.

De Tuareg Rally begon met een massastart aan de voet van de duinen. Eerst de auto’s, trucks, ssv’s en quads, daarna de honderd motoren. De proloog van 7 km bepaalde de startvolgorde van de eerste etappe. Die bevatte behalve listige navigatie en drie geheime checkpoints vele kilometers duinen, waarin de Algerijnen hun slag sloegen.

Abdelkader Mebarki is in Europese rally’s een onbekende, maar in Algerije niet. Hij is Algerijns kampioen en won de Sahari Rally al een keer. “Ik kom uit Saida, een andere regio van Algerije, en hier in de omgeving ken ik het eigenlijk niet, maar dit is wel mijn terrein. Deze duinen zijn heel lastig en best ongewoon voor Algerije. Door de navigatie en deze duinen was het een lastige etappe, maar het is wel goed gegaan, geloof ik. De massastart was geweldig. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt.”

Mebarki, nummer 81, reed het grootste deel van de dag samen met de ervaren rallyrijders Thorsten Kaiser, de titelverdediger in de Tuareg Rally en de winnaar van de eerste etappe, en Dominique Robin. “Ik moest wel bij Dominique blijven”, zei Kaiser, “want al na het labyrint aan het begin van de etappe was mijn kilometerteller kapot gegaan en kon ik niet meer zelf navigeren. Ik heb geluk gehad dus.”

De navigatie was erg lastig. Zelfs de meest ervaren navigator van het veld, Wouter de Graaff (in de Dakar co-piloot in de truck bij Martin van den Brink, maar hier deelnemer op de motor), miste een geheime CP, tot zijn eigen ergernis. De derde verborgen post in de duinen hadden de meesten wel, maar de eerste twee – een in het labyrint en een verscholen in een bosje – waren eenvoudig over het hoofd te zien, merkte ook Clemens Eicker, dagwinnaar bij de quads.

Hij verloor vooral tijd in het labyrint, een wirwar van smalle paden die voor de ssv’s en de quads vaak te smal waren. De auto’s en trucks mochten daar niet eens doorheen. “Het paste gewoon niet”, vertelde Eickens. “Afstappen van 5 meter hoog zijn voor de motoren goed te doen, maar met de quad is dat heel moeilijk. Ik reed als eerste het labyrint in, maar heb er dertig minuten verspeeld. Een voordeel daarvan was wel dat ik de verborgen stempelpost in de bosjes heb gevonden, terwijl veel motorrijders die mij waren gepasseerd die hebben gemist.” De Duitser was de eerste quad aan de finish en zag daar tot zijn verbazing dat hij een topsnelheid had gehaald van 172 kilometer op het vlakke stuk na het labyrint. “Zo hard rijd ik anders nooit.”

De auto’s waren weliswaar als eersten gestart en hoefden niet door het labyrint, maar hadden op CP2 op 88 kilometer in de etappe al een forse achterstand op de motoren. Bij het CP in de duinen kwamen de deelnemers van alle kanten aangereden, wat ook al aangaf dat de navigatie niet eenvoudig was. De eerste auto’s bij dat punt waren de Bowler van Foudhil Allahoum en de Toyota Landcruiser van Ahmed Ben Mir, die vlak voor de stempelpost nog even moest graven, omdat hij muurvast in een pannetje was gereden. Maar zij misten beide nogal wat CP’s en wonnen de etappe niet. Die eer ging naar auto nummer 240, Lofti Ben Mansour, die met zijn Landcruiser het klassement voor benzineauto’s in de laatste Sahari won.

Ben Mansour was hoogst verrast met zijn overwinning. “We hebben heel veel pech gehad en moesten vaak stoppen om te sleutelen”, vertelt hij. “Maar de anderen hebben niet alle stempels en wij wel.”

Het was een moeilijke etappe, vond ook de Algerijn, die wekelijks ervaring opdoet met de duinen aan de andere kant van het land, in de omgeving van zijn woonplaats Ouargla. “Maar deze duinen waren wel heel erg lastig”, vond hij. “Zacht en met steile kanten. Heel anders dan ik gewend ben. Ik ben ontzettend trots dat ik deze rit heb gewonnen. Het is een eer voor mij en voor mijn land.”