Adwin Hoondert kijkt uit naar tweede week Africa Race

Gepubliceerd op: 07-01-2018 12:30

Op de rustdag van de Africa Eco Race aan het strand in Dakhla kijkt Adwin Hoondert vol goede moed uit naar de tweede week. De eerste vijf etappes verliepen enigszins wisselvallig voor de Zeeuws-Brabantse équipe. Toch heeft Hoondert het prima naar de zin in Afrika.

“De rally is begonnen met wat troubles”, blikt Hoondert terug. “De DAF is nieuw en vertoont wat kinderziektes. Kleine dingen maar hoor, maar wel groot genoeg om problemen te geven. Het grootste nadeel is dan dat we de eerste week eigenlijk alleen maar snelle rallypaden hebben gehad, met stenen en veel stof. Dan rijd je meer kapot en inhalen is moeilijk, omdat je weinig zicht hebt.”

Binnen het team is echter nog geen onvertogen woord gevallen, ondanks dat de monteurs al een paar nachten hebben moeten doorwerken om de problemen op te lossen en de truck weer op te kalefateren. Op de rustdag is ook alles weer een keer nagelopen, maar heel veel werk hadden de monteurs vandaag niet. “De vijfde etappe, gisteren, is eindelijk gewoon verlopen zoals het moest. We zijn de auto niet één keer uit geweest. Geen problemen, betekent ook minder werk voor de mannen.”

De goede laatste dag voor de rustdag geeft Hoondert moed. Vanaf morgen liggen er in Mauretanië bergen zand op hem te wachten. Letterlijk. “Dat ligt me goed. Duinen rijden is veel avontuurlijker en spectaculairder dan die snelle paden. Ik weet wat de deelnemers in de Dakar Rally in Zuid-Amerika nu hebben: dat zijn duinen waar je hartkloppingen van krijgt. Die krijgen wij komende week ook, is me beloofd.”

Hoondert kreeg naast de belofte ook een waarschuwing. “Ze zeggen dat het heel gevaarlijke duinen zijn. Zwarte duinen, met heel mul, zacht zand. Meestal ga je over een duin heen, maar daar moet je onderin blijven, zeggen ze, anders knikker je onherroepelijk op z’n kant, zo zacht is het. Die tip hou ik in het achterhoofd.”

Vorige bericht

Nachtelijk avontuur Marc Leeuw aan begin Dakar Rally

De Dakar van 2018 kende niet het begin waar Marc Leeuw op had gehoopt. Pas ’s avonds laat, uren later dan de bedoeling was, kwam de DAF aan de finish van de eerste etappe. Al 500 meter na de start gaf de koppeling van de truck de geest. Toen die na ruim twee uur sleutelen was gerepareerd, moest Leeuw de 31 kilometer duinen in het donker rijden. “Duinen rijden is toch niet mijn favoriete bezigheid, maar in het donker is het echt verschrikkelijk”, zei Leeuw bij aankomst in het bivak bij Pisco. “Goed kijken, overzicht hebben is belangrijk in de duinen. Je moet kunnen zien waar je naar toe moet en je spoor kiezen. In het donker zie je helemaal niks. Je kunt hooguit een spoor volgen en hopen dat het een beetje een goed spoor is, want alles is kapot gereden.” In die omstandigheden is navigeren vrijwel onmogelijk en dan is een fout zo gemaakt. Op zoek naar een waypoint belandden Leeuw en zijn team in een duinpannetje. “Dan sta je weer 20 minuten stil om te graven en te zoeken hoe je eruit komt.” De ellende begon al meteen na de start. Omdat ze een tijdje moesten wachten, hadden de mannen al staan kijken hoe andere trucks een niet al te hoog maar wel steil bultje benaderden. “Het stelde niet zo veel voor”, zag Leeuw. “Even goed gas geven en je komt wel boven. Maar dat ging al lastig bij ons. Dat klopte niet. En meteen na die bult maakte de truck gewoon geen vaart. We dachten eerst nog aan de banden, maar al snel was duidelijk dat het de koppeling was. We snappen er niks van. Op de 250 kilometer verbinding hebben we niks gemerkt.” Het vervangen van een koppeling is toch al geen eenvoudige klus, maar midden in de woestijn al helemaal niet. Meer dan twee uur werk was het. En toen pas, ver na zessen lokale tijd, kon Leeuw beginnen aan de 31 kilometer. “Toen we bezig waren kwam Janus van Kasteren van Mammoet Rallysport even langs op zijn quadje. Die heeft ons nog wel wat tips gegeven waar we zeker wat aan gehad hebben.” De tijdwaarneming was al gesloten toen Leeuw over de finish kwam en dus is niet duidelijk wat dit betekent voor de klassering, alleen dat de DAF morgen als – waarschijnlijk – een na laatste rond 11.30 uur lokale tijd (17.30 Nederlandse tijd) van start gaat in de tweede etappe. Dat is een rit van 267 kilometer door de duinen, met start en finish in het bivak van Pisco. “Achteraan starten maakt me niet uit”, zei Leeuw. “Dat geeft wat meer tijd om de boel weer goed te krijgen. In 2012 had ik ook een slechte eerste dag en daar heb ik van geleerd dat het zinloos is om te proberen tijd in te lopen. Dat geeft alleen maar nog grotere problemen. Dus wij gaan morgen gewoon heel rustig weer van start en hopelijk moeten we dan niet weer in het donker rijden.”
 
Lees verder