Met de tweede week van de Dakar Rally voor de boeg staat Aad van Velsen er goed voor. De 28ste plaats in het klassement is zelfs beter dan hij had gehoopt. “Maar we zijn nog maar op de helft”, beseft Van Velsen. “Aan een goede eerste week heb je nog niks. Pas na het laatste stempeltje in Buenos Aires weet je het zeker.”
De eerste twee dagen van de Dakar 2017 had de coureur uit Leidschendam het moeilijk gehad. “Blijkbaar kan ik beter tegen de hoogte dan tegen de warmte, want van de hoogte heb ik geen last gehad”, vertelt Van Velsen op de rustdag in La Paz, op ruim 3000 meter hoogte. “Buiten dat is het prima verlopen. We hebben, net als vorig jaar, veel mensen geholpen onderweg, maar dat heeft niet zoveel tijd gekost nog. We kunnen goed blijven rollen en dat heeft veel voordelen: we kunnen net iets verder naar voor starten, dan zijn de paden net iets beter en gaat het allemaal net iets gemakkelijker.”
Het is dus zaak om dat in de tweede week vol te houden. Aad van Velsen is daar niet bang voor. De truck is op veel punten verbeterd ten opzichte van vorig jaar, toen hij zijn Dakardebuut maakte, en vooral de vering is een aanzienlijke verbetering. “De truck voelt veel beter aan en we krijgen zelf ook minder klappen. Al met al kunnen we zo’n 10 tot 15 kilometer per uur harder rijden dan vorig jaar.”
Navigator Jos Schotanus doet eveneens goed werk met de nieuwe navigatie, die veel moeilijker is geworden. “Gelukkig hebben we met Jos een goeie aan boord”, prijst Van Velsen zijn copiloot. “We hebben wel een paar keer moeten zoeken, maar dat moet iedereen. Het hele team doet zijn stinkende best om er iets moois van te maken. Tot nu toe lukt dat aardig.”