Spierings in de duinen als een vis in het water

Gepubliceerd op: 16-01-2019 17:54

De voorlaatste etappe van de Dakar Rally 2019 en Paul Spierings vindt het bijna jammer dat het er morgen op zit. Na de achtste etappe ging het ook in de negende, een lus van 312 km door de duinen van de Ica-woestijn, voortvarend voor de bouwvakker uit Sint Michielsgestel. Hij kwam met de 22ste tijd terug in Pisco.

“Zoals gisteren en vandaag moet het elke dag zijn. Ik voel me als een vis in het water. Het ging zo lekker dat ik het bijna jammer vind dat het morgen stopt”, zei Spierings aan de finish. Voor aanvang van de etappe zag hij er juist nogal tegenop. Het roadbook liet veel lange paden zien en dat kon wijzen op feshfesh en stenen. De vrees daarvoor bleek ongegrond.

Bij de massastart op het strand reed Spierings achter een paar man aan, maar dat ging niet vlot genoeg naar zijn zin, dus schroefde hij het gas open. “Na 110 km zag ik de groep rijden die 5 minuten voor me was gestart, dus dat was goed. Ik liep vrij gemakkelijk op hen in.”

Op een duin verloor Spierings de groep weer even uit het oog, doordat hij zelf een zwieper maakte die hem van de motor wierp. “Schuin omhoog tegen een duin op werd ik er met 100 km/u afgegooid. Maar ik had niks, dus ik kon de motor snel weer oppikken en doorgaan. Ik had de groep vrij snel weer bijgehaald.”

In de laatste duinensectie was het nog even zoeken naar een waypoint dat ergens boven op een bult lag. Bij de eerste poging kwam Spierings niet boven. “Ik zette nog een keer uit alle macht aan. Ik kwam weer niet helemaal boven, maar het waypoint sprong wel ineens in de gps. Ik ben meteen omgedraaid en ben verder gegaan, plankgas naar de finish.”

Met nog 113 km te gaan in de laatste etappe morgen, wil Spierings geen enkel risico meer nemen. “Ik rol ‘m op z’n elvendertigste uit. Desnoods finish ik als laatste, maar ik moet en zal die finish halen. Dit laat ik niet meer lopen.”