Dagje vrij rijden in Tuareg Rally 

Gepubliceerd op: 20-03-2019 16:28

Wie wilde, kon de vierde etappe van de Tuareg Rally rijden vandaag, maar geklokt werd er niet uit respect voor de gisteren verongelukte quadrijder Giovanni Stefani. De meeste motorrijders, met uitzondering van de Italianen, gingen op pad, de meeste auto’s bleven in het bivak bij Beni Abbes.

De route van de vierde etappe besloeg zo’n 170 kilometer, met snelle stukken om de Zwarte Berg van Zemhamra heen, met hier en daar wat duintjes, en een flink stuk hoge duinen op het eind voor de Pro-klasse. Van de auto’s in de Pro-klasse reed echter niemand de hele route, hooguit het laatste stuk door de duinen, puur voor de lol. De Algerijn Lofti Ben Mansour, die fors aan de leiding gaat in het klassement, bleef in het bivak, evenals de andere Algerijnen bij de auto’s. Zij doen niet aan de Tuareg Rally mee voor de fun, maar om te winnen. “In de woestijn rijden kan ik thuis ook”, lachte Ben Mansour, die van de oostkant van Algerije komt. “Liever maak ik van deze dag gebruik om de auto weer in topconditie te krijgen voor morgen.”

Ook vrijwel alle Italianen bleven in Beni Abbes, maar om een andere reden. Giampietro Dal Ben was erbij gisteren toen zijn vriend Giovanni Stefani verongelukte. “Voor mij zit de rally erop”, vertelde hij. “Ik wil niet meer rijden, zelfs al zou Giovanni dat misschien wel hebben gewild. Mijn vriend is er niet meer. We waren samen uit. Hoe zou ik door kunnen gaan?”

De enige auto die het hele eerste deel reed was die van Sascha Bloemhoff. De vrouwenequipe won op dag 3 de Expert-klasse en staat tweede in dat klassement. “Als we kunnen rijden, doen we het. Het is goed om de ervaring op te doen. Het is een mooie rit”, zei ze halverwege de rit.

Ook de andere Nederlanders in de Tuareg Rally gingen op weg. Wouter de Graaff was met een straatlengte voorsprong de eerste die doorkwam. Nu de klok toch niet meeliep nam hij de tijd om onderweg even koffie te drinken. “Ik kwam als eerste bij de duinen van het tweedgedeelte en had ze dus helemaal voor mezelf, zonder sporen. Puur genieten. Ik heb een heerlijke dag gehad.” 

Omdat het geen wedstrijd was, was het voor velen echt een toerritje en dus reden veel motorrijders samen of in groepjes. De Letten Arunas Neciunas en Irmantas Braziunas, allebei rijdend in de Expert-klasse, vonden het prima zo. “We rijden lekker relaxt”, zei Neciunas, “en stoppen onderweg om foto’s en videootjes te maken.” 

De groep rijders van het team Desert Rose reden met een man of tien, twaalf en dat was best gezellig, maar de route vonden ze niet geweldig. “Allemaal snelle stukken over grote vlaktes, daar is niet zoveel aan”, vond Graham Jung. “Er zijn hier zoveel mogelijkheden in Algerije, maar een deel van de route die we vandaag reden, hadden we gisteren ook al gehad. Dat is wel jammer. De variatie valt me een beetje tegen. Het zal wel met veiligheid en overzichtelijkheid te maken hebben, maar het had wel wat spannender gemogen van mij. We zijn gebieden met duinen gepasseerd, waar ik liever doorheen was gereden dan erlangs. Gelukkig was het geen wedstrijd, anders waren we nog een uur eerder al terug geweest en dan was er helemaal niks aan geweest.”

Morgen pakt de Tuareg Rally de draad weer op met de vijfde etappe, die de deelnemers terug naar Taghit voert, een stukje noordelijker. In het Pro-autoklassement gaat de Algerijn Lofti Ben Mansour met ruim drie uur voorsprong op zijn landgenoot Ahmed Ben Mir aan de leiding. In het Pro-motorklassement is de leiding in handen van de Let Arunas Gelazninkas met 11 uur en 18 minuten, gevolgd door de Fransman Dominique Robin met 11.19 en de Algerijn Abdelkader Mebarki met 11.48. Erik Klomp is nog de best geklasseerde Nederlander op de elfde plaats, met Wouter de Graaff 47 minuten achter zich op plaats 12.